Wetenschap en industrie

Waar het fundamenteel onderzoek en de industrie elkaar ontmoeten ontstaan duurzame relaties 

Toekomst van innovatie

Samenwerking tussen fundamentele wetenschap en industrie is sterk nodig voor de innovatiekracht van een samenleving. Voor regionale, nationale en globale ontwikkeling is een goede verbinding tussen wetenschap en industrie noodzakelijk.
Voorheen kwam veel innovatiekracht in Nederland van researchafdelingen van grote internationale bedrijven (industriële research), zoals het wereldberoemde Philips NatLab, of de research faciliteiten van Shell en Unilever. Tegenwoordig moet innovatiekracht uit twee stromen komen: de academia enerzijds, en strategische verbindingen in het fundamentele onderzoek tussen academia en industrie anderzijds. Enkele voorbeelden van het verkennen, creëren en onderhouden van strategische verbindingen zijn de IBM researchdivisie, Microsoft (Station Q Quantum labs in Delft en Californië) en Google Research voor Artificial Intelligence.

De toekomst van de innovatiekracht van een samenleving ligt bij het uitbreiden van strategisch-wetenschappelijke samenwerkingen tussen academie en industrie. Zij zijn het alternatief voor de (voorheen eenzijdige) industriële research en innovatiekracht. Kenmerkend voor deze ontwikkeling is een wederkerige relatie tussen academie en bedrijfsleven. Bedrijven zijn van levensbelang voor de excellente wetenschap; vice versa is excellente wetenschap van vitaal belang voor bedrijven. Deze verbindingen goed organiseren en besturen, met behoud van wederzijdse soevereiniteit, intellectueel eigendom en integriteit, is geen sinecure.

Taak voor wetenschap en industrie

Grote bedrijven met een eigen fundamentele researchfaciliteit en met agenda in het publiek/private domein, zijn waardevol. Een paar voorbeelden zijn DSM (research into innovative materials), ASML (Advanced Research Centre Nano Lithography) en Shell (Computational Science, FOM). Maar over de gehele linie is er een tekort aan dergelijke researcharchitecturen om te blijven innoveren. Om dit tekort op te lossen, moeten wetenschap en de industrie elkaar vinden en een klik maken om een duurzame, betrouwbare relatie op te bouwen. Kenmerken van een dergelijke relatie zijn de bescherming van het onafhankelijke fundamenteel onderzoek, en het concreet en inzichtelijk maken van wederzijdse (strategische en organisatorische) voordelen.

Science economics 

Juist waar het fundamenteel onderzoek en de industrie elkaar ontmoeten - en gaan samenwerken - ontstaan vaak duurzame relaties, soms wel voor tientallen jaren. Deze brengen bovendien een enorme economische influx met zich mee voor de regio’s en de landen waarbinnen ze plaatsvinden: science economics. Sillicon Valley is bijvoorbeeld een regio waar al geruime tijd succesvolle samenwerkingen tussen academia en industrie plaatsvinden. Deze succesformule heeft een significante economische kracht tot gevolg. Op het gebied van digitale technologie zijn universiteiten en bedrijven daar op een innovatieve, gelijke schaal terechtgekomen. Maar mondiaal zijn meerdere voorbeelden. Nederland heeft onder meer samenwerkingen in de regio Eindhoven met een centrale rol voor de TU/E, Start-up Delta in Amsterdam, en de samenwerking DOME tussen IBM Research Zürich en ASTRON. In Zwitserland functioneert de relatie tussen ETH en IBM Zürich Research (vier Nobelprijswinnaars, waarvan ervan één ook de Kavliprijs heeft gekregen) ook al jaren, en het leidt steeds opnieuw tot grote stappen in economische en innovatieve ontwikkelingen.

Uitdagingen voor Nederland

In andere wetenschapsdomeinen is het nog onwennig om dergelijke samenwerkingen aan te gaan. Het vraagt visie en denken buiten de gebaande paden om deze stap ook in andere disciplines te maken. Eén thema kan namelijk een spectrum van wetenschappelijke disciplines raken. Dat geldt dus ook voor domeinen die buiten de bètawetenschappen en de geneeskunde liggen. Rechtswetenschappen en de advocatuur, bijvoorbeeld, kunnen in dit tijdperk van technologische data-gedreven ontwikkelingen samen optrekken bij het verkennen van nieuwe juridische inzichten waarover nog geen jurisprudentie bestaat. Kennedy Van der Laan in Amsterdam is een technology law firm die zich daar expliciet op richt en de academia hiervoor ook nadrukkelijk opzoekt.

Voor middelgrote en kleinere bedrijven geldt dat zij heel goed kunnen aanhaken op specifieke elementen van langdurige samenwerkingen tussen de grote industriepartijen met topwetenschappelijke instellingen. MKB vormt een onmisbare schakel in de economische ontwikkeling en werkgelegenheid, en zijn vaak hoog innovatief. Bij grote publiek-private wetenschappelijke samenwerkingen kunnen ze participeren en meekijken. Soms alleen om van te leren, en soms om een specifiek onderdeel te ontwikkelen waar kennis, data en/of ander materiaal ineens voorhanden komt.

Een samenwerking kan natuurlijk verschillende vormen aannemen die - in de loop van het proces - contractueel helder en concreet moet worden vastgelegd. Alle partijen willen immers dat hun intellectueel eigendom (background IP) beschermd blijft en a priori goed geformuleerd is. Datzelfde geldt voor gezamenlijke nieuwe (foreground) IP. Een helder proces en duidelijke kaders zou overheden goede mogelijkheden bieden om (financiële) impulsen aan het project te geven.  

Helmholtz Gemeinschaft
IBM Research
max planck gesellschaft
Humboldt Universität
Radboud universiteit
NWO
University of Twente
NOVA